
Serie Myth busting
Stelling
Het is ons taalgevoel dat de Nederlandse manager over de grens zo succesvol maakt. Spreek je de lokale taal, dan slaag je altijd.
Feiten
Ongeveer 40 procent van alle in het buitenland werkende managers stopt vroegtijdig. Of de manager de taal van het land van uitzending geleerd heeft, blijkt daarbij slechts beperkt verschil te maken. En logisch. Als een Brit tegen je zegt: ‘That is a very brave proposal’, kun je denken dat hij het waardeert en stoer vindt, terwijl hij eigenlijk bedoelt: je bent gek geworden. De taal spreken betekent dus nog niet dat je de impliciete boodschap ook begrijpt. Daarom wordt ongeveer 70 procent van alle uitgezonden managers ook getraind in de normen, waarden en cultuur van het land van bestemming. Maar ook zulke trainingen blijken slechts beperkt effectief. Onderzoek naar het effect ervan toont dat we van het geleerde tussen de 10% (meestal) en 50% (heel soms) toepassen. Dit rendement hangt af van de focus van de training: leer je alleen over het specifieke land of ontwikkel je meta-competenties die je helpen in allerlei multiculturele situaties? Ander onderzoek laat zien dat training eigenlijk te laat is en dat je al bij de selectie van de manager moet kijken naar diens persoonlijkheid en attitude. Je kunnen inleven in de cultuur, openstaan voor nieuwe ervaringen, proactief zijn, emotioneel stabiel en je makkelijk aanpassen aan nieuwe situaties, zijn persoonlijkheidskenmerken die sterk samenhangen met succes over de grens.
Conclusie
De taal spreken is geen succesgarantie in het buitenland. Train je liever op meta-competenties die je helpen in allerlei multiculturele situaties. Maar besef ook dat je persoonlijkheid een horde kan zijn, simpelweg omdat je je minder makkelijk kunt aanpassen en inleven in andere culturen.
Zie voor andere mythes ook het boek ‘Hoe zit dat nu eigenlijk? Feiten en fabels in management’